Deze variaties hebben al een lange geschiedenis. Ze zijn geschreven toen ik nog les had bij Nico Verrips. Ik voerde ze uit tijdens mijn eerste echte concert ergens in 1988 in de Höftekerk in Hardenberg, met een vierde slotvariatie toegevoegd waar de inkt toen nog nat van was.
Deze drie variaties verschenen in 2002 met een zetting erbij in “Eredienst“, het verenigingsblad van de Vereniging van Gereformeerde Kerkorganisten (VGK).
Ik hoop ze nog eens uit te breiden naar 6, voor elk couplet één.
Speelaanwijzingen:
De eerste variatie heeft de melodie in het pedaal, waarbij soms de volgende regel in kreeftegang in de sopraan ligt, soms een andere regel in de alt of in een sneller tempo tegen de basmelodie aanklinkt. Dit levert een weerbarstig maar organisch lijnenspel op, dat goed legato gespeeld moet worden.
Registratiemogelijkheid:
Manuaal: gekoppelde prestanten 8′
Pedaal: 16′, 8′
De tweede variatie heeft heldere staccato akkoordjes die misschien verwijzen naar de sterrenhemel in vers 3. Het tempo is ongeveer hetzelfde als dat van de eerste variatie. Het middelste gedeelte moet vrij en reciterend, maar toch exact gespeeld worden.
Registratiemogelijkheid:
Manuaal I: fluiten 8′, 2′
Manuaal II: Viola da gamba 8′
Pedaal: Octaaf 8′
Aan het eind moet op manuaal I een sterkere klank worden geregistreerd, bijvoorbeeld trompet 8′ met enkele 8 en 4-voeten.
De derde variatie valt op door het eindeloze door-weven van lijnen in triolen en gewone achtsten. Het tempo van de kwartnoot is ongeveer gelijk aan dat van de halve in de beide eerste variaties. Ook deze variatie moet met een vloeiend legato gespeeld worden.
Registratiemogelijkheid:
Manuaal: een forse 8′- 4′ klank, bijv. prestanten
Pedaal: 16′, 8′, 4′