Toccata in F, BuxWV 157

In 2020 bouwde ik mijn eigen digitale virtual pipe organ, waarop verschillende sample sets geïnstalleerd kunnen worden, hiermee nam ik dit vrolijke Buxtehude-stuk op:

Opname op mijn zelf gebouwde digitale orgel

En hier is nog een oudere opname uit Zelhem (2005):

Opname uit Zelhem, tijdens een concert in 2005

Fuga sopra il Magnificat, BWV 733

Een fuga met een dubbelthema: Het “Meine Seele erhebt den Herren” en een toonladder-motief. Later komen deze ook in de canon, terwijl de melodie in het pedaal in de verbreding klinkt.

Door een aantal vorsers is deze fuga later aan Krebs toegeschreven, hoewel de jongste stand van zaken toch weer Bach als dader van dit prachtige stuk in beeld brengt.

Laudate Jehovam, omnes gentes (Psalm 117)

Gebaseerd op andere CPDL-edities van dit werk, met enkele correcties en losse partijen.

Based on other CPDL-editions of this work, with some corrections and separate parts.

The LilyPond source files are in the LilyMusic Github project.

Koralen voor de Orgelmis (Klavierübung III)

De koralen die horen bij de grote en de kleine orgelmis uit Clavierübung III, in de juiste toonhoogtes. Voor beide is er ook een begeleiding. De muziek is opgemaakt met Lilypond-2.11 en de Lilypond-bestanden zijn ook bijgevoegd, evenals MIDI-bestanden voor alle stemmen. De koralen zijn:

Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit
Christe, aller Welt Trost
Kyrie, Gott heiliger Geist
Allein Gott in der Höh’ sei Ehr
Dies sind die heil’gen zehn Gebot
Wir glauben all an einen Gott
Vater unser im Himmelreich
Christ unser Herr zum Jordan kam
Aus tiefer Noth schrei ich zu dir
Jesus Christus, unser Heiland

Update: 6 feb 2011: kleine correcties.

Komm, Gott Schöpfer, heiliger Geist (BWV 667)

Dit is een koraalbewerking op Maarten Luther’s versie van de vroegchristelijke pinksterhymne “Veni Creator”. In het Liedboek voor de Kerken is de versie van Luther te vinden als gezang 239, terwijl een meer oorspronkelijke weergave is opgenomen in gezang 237.

Het stuk staat in 12/8 maat, dus vier tellen per maat maar elke tel valt in drieën uiteen. Iedere tel begint met de melodietoon in de rechterhand, daarna de linkerhand en als derde een korte maar krachtige pedaaltoon. Je zou hier een symbool voor de drie-eenheid in kunnen zien: Vader, Zoon en Heilige Geest. In het tweede deel van de bewerking komt de melodie heel duidelijk uit in het pedaal, terwijl de handen een vlammend lijnenspel tekenen dat het waaien van de Geest verbeeldt.

Het is gespeeld op het orgel van de Lambertikerk te Zelhem.