Mede dankzij de Nederlandse oorsprong van LilyPond gebruikt het programma standaard de Nederlandse nootnamen:
a b c d e f g
etc. (»LP:Nootnamen.)
bes as gis fis deses fisis es
Voortekens worden door LP beschouwd als een onderdeel van het muziek-kunstwerk en niet slechts als een notatie-aangelegenheid.
Je moet dus altijd, voor elke noot, het voorteken aangeven! Of deze voortekens ook werkelijk afgebeeld worden hangt af van de toonsoort aan de sleutel en van andere voorwaarden. Twee voorbeelden:
{ bes bes bes bes bes bes bes bes bes }

{ \key a \major
r4 a' gis' e' g' fis' d' f' e'2 }

Rusten worden genoteerd met r
.
Het commando \key
stelt de toonsoort in; het verwacht een nootnaam en het type van de toonladder: meestal \major
of \minor
. (»LP:Toonsoorten)
Je ziet dat LP zelf zorgt voor herstellingstekens waar nodig.
Hierna: Octaaf: absoluut of relatief